Afaka
Foto: De eerste tekst van Afaka in het door hemzelf ontworpen schrift, begin 1917
De Aukaners spreken een eigen taal, het Ndyuka of Okanisi, in het Nederlands: Aukaans. De woordenschat is voor een belangrijk deel Engels, maar er zijn ook veel invloeden vanuit Afrikaanse talen en het Portugees. Lange tijd was Aukaans alleen een gesproken taal. Maar rond het jaar 1908 droomde de Ndyuka Afaka Atumisi, geboren in het dorp Benanu aan de Tapanahony, over de geest van een blanke. Die droeg hem op een schrift te ontwerpen voor zijn volk, dat niet had leren lezen en schrijven. Afaka ontwikkelde 56 lettergreeptekens, elk voor een afzonderlijke spraakklank. Eerst hield hij de uitvinding voor zichzelf. Maar toen hij de komeet van Halley zag in 1910, was dat voor hem een teken dat hij zijn schrift bekend moest maken onder zijn mensen. Enkele jaren later had hij zo’n 30 volksgenoten opgeleid tot bukuman (letterlijk vertaald: boekenman).
Afaka leed aan een ernstige ziekte, die zijn gehemelte langzaam wegvrat. In 1917 lag hij lange tijd in het rooms-katholieke ziekenhuis in Paramaribo. Pater Morssink, die hem regelmatig bezocht, mocht Afaka’s buku kopiëren. Ze spraken af dat Afaka na ontslag uit het ziekenhuis gaanman Amaktie in Diitabiki zou bezoeken om steun te krijgen voor de verbreiding van het schrift. Helaas stierf Afaka onderweg, op 8 juli 1918. Pater Morssink ging vervolgens zelf naar de gaanman, maar die wees het verzoek met kracht af. Het is nooit precies duidelijk geworden wat hiervan de reden was. Zonder toestemming van het lokale gezag heeft het schrift zich niet verder kunnen ontwikkelen onder de Aukaners. Tegenwoordig zijn er bijna geen mensen meer die het nog beheersen.
De Aukaanse kunstenaar Marcel Pinas blaast in zijn werk het Afaka nieuw leven in. Hij ziet het schrift als een belangrijk onderdeel van de Aukaanse cultuur. Kibri a kulturu (‘behoed onze cultuur’) is zijn drijfveer.
Marcel Pinas, Afaka Buku 6, acryl/olieverf collage op canvas, 2016