Textiel
Foto: Thomas Polimé
Textielcollectie
Er zijn heel veel verschillende kledingstukken die worden gedragen door verschillende groepen binnen de Aukaanse gemeenschap. Er wordt vaak een onderscheid gemaakt naar geslacht en leeftijd. Zo krijgen jongens en meisjes verschillende stukken textiel die zij dragen bij bepaalde mijlpalen. Dit verschil zie je ook terug bij mannen en vrouwen. Zij hebben zo hun eigen textiel, hoewel zij bij bepaalde gelegenheden ook dezelfde stukken dragen. De traditionele kledingstukken worden wel steeds minder gedragen of gecombineerd met moderne kleding. De traditionele doeken vertellen een verhaal en hebben daardoor een bijzondere plek in de Aukaanse gemeenschap.
Musu
Bij de geboorte krijgt de baby van de moeder vaak een musu op. Een mutsje om te beschermen tegen de koude nachten, maar ook ter voorkoming van flaporen en omdat het mooi staat. Meestal wordt dit gegeven door de vrouwelijke familieleden van de moeder. Soms maakt de moeder dit zelf.
Kwei
Een meisje dat voor het eerst ongesteld wordt krijgt een kwei of schaamschortje als teken van haar overgang van kind naar tiener. Dit draagt ze tot ze haar pangi ontvangt, als teken van haar overgang van tiener naar vrouw. Tot de jaren zestig werd dit gedragen. Hoe dichterbij de kust hoe meer het werd gedragen. Dit was met name in dorpen aan de Boven-Surinamerivier.
Putukele en kaikon
Putukele, grote cape, en kaikon, kleine cape, werden in het Aukaanse gebied gedragen door zowel mannen (putukele) als vrouwen (kaikon). Het is een cape die over de schouders en rug valt helemaal tot aan de knie. Aan de voorzijde worden de putukele en de kaikon onder de nek geknoopt.
Sepun
Een sepun is een gehaakte katoenen kuitband die mannen, vrouwen en kinderen dragen. Deze worden niet meer dagelijks gedragen, tegenwoordig draagt men de sepun vooral tijdens vieringen. Wanneer iemand sterft, wikkelen de hoofdgrafdelvers nieuwe banden om de kuiten en worden een paar banden op de buik gelegd. Dit wordt altijd gedaan door mensen van hetzelfde geslacht als de overledene.
Pangi
De lange, rechthoekige doek die vrouwen tot boven de navel om hun middel wikkelen is een pangi. Waar vrouwen vroeger vaak een onbedekt bovenlijf hadden, dragen zij tegenwoordig een bovenstuk. De pangi is voor vrouwen in het binnenland het meest gedragen kledingstuk. Nieuwe pangi’s worden vooral gedragen bij feestelijke gelegenheden en ceremoniële bijeenkomsten. De doeken die wat ouder en versleten zijn worden gebruikt als werkkleding.
Traditionele pangi’s zijn geruit of gestreept, maar tegenwoordig gebruiken de vrouwen steeds vaker effen stoffen. Dat pangi’s een belangrijk onderdeel zijn van de Aukaanse cultuur wordt duidelijk met jaarlijkse wedstrijden in Paramaribo en elders in het land om te beslissen wie de mooiste pangi heeft.
Angisa
De angisa is een vierkante doek, waarmee je de pangi om je middel vastmaakt. Een vrouw draagt voor het eerst haar angisa op haar trouwdag, indien ze haar pangi heeft gehad bij haar overgang van tiener naar vrouw. Ongetrouwde vrouwen droegen dus geen angisa, een weduwe mocht wel de angisa blijven dragen. Op de foto draagt de middelste dame een angisa.
Angisa
De angisa is een vierkante doek, waarmee je de pangi om je middel vastmaakt. Een vrouw draagt voor het eerst haar angisa op haar trouwdag, indien ze haar pangi heeft gehad bij haar overgang van tiener naar vrouw. Ongetrouwde vrouwen droegen dus geen angisa, een weduwe mocht wel de angisa blijven dragen. Op de foto draagt de middelste dame een angisa.
Sibi koosi
Sibi koosi betekent slaapkleed, of ‘een laken om mee te slapen’. Het gaat in dit verband om een witte laken en moet niet worden verward met het kleed of pyjama waarmee je letterlijk slaapt. De niet gestikte doek wordt gebruikt om het lichaam van een overledene in te wikkelen. De sibi koosi wordt opgehangen aan een paal bij de fagapa of faakatiki, het voorouderaltaar bij de gan wang osu (het verzamelhuis van het dorp).
Kamisa
De kamisa is een rechthoekige lendendoek die tussen de benen wordt doorgehaald en om een koordje (kamitété) rond het middel wordt gehaald. Vroeger kregen de jongens de kamitété als eerste teken van mannelijkheid, rond hun 11e of 12e levensjaar. Wanneer een jongen geslachtsrijp was, kreeg hij een kamisa van zijn ouders. Tegenwoordig dragen de meeste jongens en mannen geen kamisa meer, maar een broek.
Kamisa
De kamisa is een rechthoekige lendendoek die tussen de benen wordt doorgehaald en om een koordje (kamitété) rond het middel wordt gehaald. Vroeger kregen de jongens de kamitété als eerste teken van mannelijkheid, rond hun 11e of 12e levensjaar. Wanneer een jongen geslachtsrijp was, kreeg hij een kamisa van zijn ouders. Tegenwoordig dragen de meeste jongens en mannen geen kamisa meer, maar een broek.
Apatja
De Apatja werd gedragen in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Met een kamitété (koord) werd de apatja vastgeknoopt om de heupen. Op deze manier valt de doek over de geslachtsdelen en billen.
Apatja
De Apatja werd gedragen in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Met een kamitété (koord) werd de apatja vastgeknoopt om de heupen. Op deze manier valt de doek over de geslachtsdelen en billen.